Wereldoorlog
Op 2 november 1914 opende de looierijschool haar poorten. Tijdens de Eerste Wereldoorlog vonden in de lokalen voor de schoenmakers Belgische vluchtelingen een tijdelijk onderkomen. Enkele lokalen in de school stonden leeg omdat men op machines moest wachten in verband met de oorlog. Dit had tot gevolg dat de schoenmakersschool pas in september 1915 geopend werd. De leerlingen konden kiezen uit drie opleidingen: leerlooien, machinaal en handmatig schoenmaken. De oorlog had sowieso grote invloed op het aantal leerlingen in de beginjaren, omdat vele patroon-zoons en arbeiders gemobiliseerd waren. De vakschool leverde een belangrijke bijdrage aan het opleiden van toekomstige leiders in de leder- en schoenindustrie.
In 1940 kreeg de school de naam ’Rijksvakschool voor de Leder- en Schoenindustrie’ en via de Middelbare Nijverheidsschool in 1948 werd het uiteindelijk in 1968 een school voor middelbaar beroepsonderwijs ’Middelbare Vakschool voor de Leder- en Schoenindustrie’.
Vanaf het einde van de jaren ’60 probeerde het bestuur, vaak in samenwerking met het bedrijfsleven, nog propaganda te voeren voor de school. Dit leidde echter niet tot een verantwoord leerlingenaantal. De avondschool werd stopgezet per 1 oktober 1971 en het ministerie van Onderwijs en Wetenschappen verbood de school voor het schooljaar 1972/1973 nog eerste klassen te vormen. Als alternatief dacht men erover korte cursussen op technisch vlak in te richten of dagcursussen van enkele lessen per week voor leerlingen die praktisch werkzaam waren in de vakrichting. Dit alles ging wegens een gebrek aan leerlingen en aan financiën niet door.
T.N.O.
Uiteindelijk werden de poorten van de school op 1 augustus 1975 definitief gesloten. De sluiting had vooral te maken met het grote aantal bedrijfssluitingen in de schoen- en lederindustrie. Daarnaast kwamen ook steeds minder leerlingen vanuit het buitenland. Een deel van de machines werd overgedragen aan het ’Nederlands Leder- en Schoenenmuseum’, het huidige Schoenenkwartier. Andere delen van de inboedel werden verkocht. Ook het ’Instituut voor Leder en Schoenen T.N.O.’, dat in het gebouw gevestigd bleef, nam bepaalde zaken over. Het Lederinstituut TNO, voortgekomen uit het proefstation, bleef tot 1997 in Waalwijk. Daarna werd het een bedrijfsverzamelgebouw, ’De Schoener’. Tegenwoordig zijn er appartementen in gevestigd.